jijzelfHeb jij ook last van het impostrsyndroom?

Heb je het idee dat je de boel loopt te flessen? Dat je ondanks dat het lijkt alsof je geschikt bent als promovendus, je het gevoel hebt dat je dat helemaal niet bent? Of voelt het alsof je helemaal niet kunt wat er van je gevraagd wordt, ook al denken je begeleiders dat het volstrekt logisch is dat je die stap wél zet? Of word je enorm onzeker nu je aan het eind van je promotie bent en die allesomvattende conclusie moet schrijven en denkt dat je dat niet kunt?

Dan ben je niet de enige.

Impostersyndroom

Dat gevoel dat je niet goed genoeg bent, niet slim genoeg, niet capabel genoeg, dat binnenkort ontdekt wordt dat je het allemaal niet kunt, dat je door de mand gaat vallen, dat gevoel heeft een naam: impostersyndroom. Veel promovendi hebben er last van.

Dat impostersyndroom laat zich vooral zien op het moment dat je met je promotie start, nieuwe dingen moet doen – denk bijvoorbeeld: experimenten uitvoeren, vragenlijst ontwerpen, systematic review schrijven, studenten begeleiden – en zorgt vaak voor schuldgevoel en twijfelen aan jezelf. Om dat gevoel tegen te gaan, gaan veel promovendi harder werken, zich heel druk maken over kleine fouten die ze maken en is de kans groot dat ze zichzelf saboteren. Herkenbaar?

Gelukkig zijn erdoor onderzoek ondersteunde strategieën die je kunnen helpen.

Strategie 1: Blijf positief

Veel promovendi bagatelliseren hun prestaties, door te zeggen dat het puur toeval, geluk of goeie timing was dat iets goed ging. Bescheidenheid is een deugd, maar te veel bescheidenheid zorgt juist voor versterking van je impostersyndroom.

Daarom kan het een heel goed idee zijn om voor jezelf bij te houden wat er allemaal goed ging en wat er allemaal gelukt is. Het is handig om een document te maken met twee kolommen: de ene kolom welke (grote of kleine) dingen gelukt zijn, in de andere kolom wat je gedaan hebt om dat voor elkaar te krijgen.

Door op die manier je prestaties bij te houden, wordt het makkelijker om jezelf niet met anderen te vergelijken, is het makkelijker om te beseffen dat je bijzonder bent en iets unieks te bieden hebt, word je veerkrachtiger  én door te focussen op je succes is het makkelijker om op een positieve manier naar jezelf te kijken.

Strategie 2: Vier je succes

Vaak vieren we onze successen niet omdat we denken dat we dan opschepperig overkomen. Maar vieren dat iets goed ging is een goede manier om het impostersyndroom te laten verdwijnen. Want wat is er mis met vieren dat je enthousiast bent over iets nieuws wat je hebt geleerd, om blij te zijn met een goed resultaat of met een ontdekking die je over jezelf gedaan hebt?

VIer je successen, trakteer je collega'

Deel het in het openbaar – bijvoorbeeld via LinkedIn – of met vrienden, familie of collega’s door te trakteren op taart, een appje te sturen om te laten weten dat iets gelukt is of door jezelf iets leuks te gunnen.

Als je blij bent met wat er goed ging, geeft je brein dopamine af. En die dopamine helpt weer mee om vrolijk de volgende stap te zetten.

 

 

 

Schrijf je in voor gratis promotietips

blank

Geef een reactie

Je email adres wordt niet gepubliceerd. Required fields are marked *

Plaats reactie